ABC
Veel gestelde vragen: het Paleo ABC
Als je volgens het Paleo-principe leeft, loop je wellicht (gewenst en ongewenst) tegen een hoop nieuwe en soms moeilijke begrippen aan. Maar ook als je over een bepaald onderwerp gewoon eens wat meer wilt weten ben je op de juiste pagina.
Klik op een onderwerp hieronder om mijn toelichting hierop te lezen.
Aardappels
Aardappels
Aardappels: behoren ze nu wel of niet tot de Paleo Lifestyle? Afgezien van het hoge gehalte glycaemische koolhydraten (koolhydraten die de bloedsuikerspiegel snel laten stijgen), wil ik ook om andere redenen adviseren aardappels te laten staan.
Familie van de nachtschade
Aardappels zijn afkomstig van de nachtschadefamilie (lees voor meer informatie de nachtschade ABC). Planten uit deze familie bevatten alkaloïden; stoffen die de plant beschermen tegen schimmels, insecten en planteneters. De meeste alkaloïden zijn voor ons schadelijk zodat de meeste planten uit de familie van de nachtschade voor ons niet eetbaar zijn. De tomaat (ook lid van deze familie) is wel eetbaar en de alkaloïden worden minder zodra de tomaat meer zon krijgt en rijper wordt. Ook verhitting is een mogelijkheid om alkaloïden onschadelijk te maken. Een rauwe aubergine is voor ons giftig, maar zodra hij helemaal gekookt of gebakken is, niet meer.
De alkaloïden die in aardappels voorkomen zijn chaconine and solanine.
Wetenschappelijk onderzoek
Voordat ik met mijn verhaal verder ga, wil ik eerst verwijzen naar het wetenschappelijk onderzoek waarop mijn verhaal gebaseerd is. Het betreft een in Nederland uitgevoerd onderzoek, gedaan door Tjeert T. Mensingaa, Adrienne J.A.M. Sips, Cathy J.M. Rompelberg, Klaas van Twillert, Jan Meulenbelta, Hester J. van den Top en Hans P. van Egmond met de naam:
“Potato glycoalkaloids and adverse effects in humans: an ascending dose study”
Je kunt het hele onderzoek nalezen op http://www.sciencedirect.com.
Uit dit onderzoek blijkt dat er bij het dagelijks gebruik van aardappels accumulatie plaats vindt van de alkaloïden; bij het regelmatig eten van aardappels, krijgt het lichaam niet voldoende de tijd om de alkaloïden onschadelijk te maken en de gifstoffen (alkaloïden) hopen zich op in het lichaam.
De alkaloïden uit aardappels zijn vanwege twee redenen giftig voor ons.
Reden 1
De cellen in ons lichaam zijn op een bepaalde manier opgebouwd. Een onderdeel van de cel is het celmembraan. Het celmembraan is een vlies dat de cel omsluit en daarmee de inhoud van de cel van de omgeving (af)scheidt.
Het celmembraan is opgebouwd uit fosfolipiden (vetachtige deeltjes) die op een bepaalde manier met elkaar zijn verbonden. De alkaloïden uit aardappels maken de verbindingen van deze fosfolipiden onstabiel waardoor het celmembraan scheurt en de cel stuk gaat.
Dit proces (dus het scheuren van de celmembraan en het stuk gaan van de cel) gebeurt ook in onze darmen. Hierdoor wordt de darmpermeabiliteit (doorlaatbaarheid van de darm) groter. Door een verhoogde darmpermeabiliteit komen er diverse stoffen (waaronder ziekteverwekkers) ons lichaam binnen die daar niet horen. Door het binnendringen van deze stoffen wordt ons immuunsysteem extra geprikkeld en extra belast.
Reden 2
Alkaloïden uit aardappels remmen het enzym genaamd “acetylcholine-esterase”.
Dit enzym breekt de neurotransmitter “acetylcholine” af (dit gebeurt door hydrolyse), nadat de informatie tussen twee zenuwcellen of neuronen is overgedragen.
Een neurotransmitter (in dit geval acetylcholine) is een stofje dat het signaal van een zenuwcel overdraagt naar receptoren van een spiercel, waardoor deze samentrekt.
Hierna wordt acetylcholine afgebroken om verwarring met nieuwe neurotransmitters te vermijden.
Het remmende effect van alkaloïden uit aardappels op het enzym acetylcholine-esterase kunnen de volgende symptomen tot gevolg hebben: zweten, overgeven, diarree, bronchospasme.
Bronchospasme is het plotseling samentrekken van de spieren rond de ademhalingswegen; de spieren rond de luchtpijp en luchtpijpvertakkingen verkrampen.
Ernstige vergiftiging leidt zelfs tot bijwerkingen zoals verlamming, ademhalingsproblemen, hartfalen en zelfs coma.
Alkaloïden
Alhoewel het hoogste gehalte van de alkaloïden in de schil voorkomen, zit het ook in de rest van de aardappel. En in tegenstelling tot de alkaloïden in bijvoorbeeld aubergine, worden door verhitting in onze keuken (bakken, frituren, koken, of in de magnetron), de alkaloïden uit aardappels niet vernietigd.
De alkaloïden kunnen ook nog eens toenemen na de oogst door het slecht bewaren van de aardappel; te veel licht, een te hoge temperatuur en een te hoge luchtvochtigheid hebben hier invloed op. In chips kunnen zelfs hoge concentraties alkaloïden voorkomen. En behalve de alkaloïden zitten in alle gefrituurde aardappels ook nog eens grote hoeveelheden (voor de gezondheid schadelijke) transvetten.
Conclusie
Deze studie is gebaseerd op het eten van normale porties aardappelen. Er zijn geen absurd grote hoeveelheden gebruikt, waardoor de studie een reëel beeld van de werkelijkheid geeft.
De alkaloïden hebben langer dan 24 uur nodig om uit je lichaam te verdwijnen. Als je aardappels eet voordat de alkaloïden afkomstig uit een eerdere portie aardappels zijn verdwenen, stapelen de alkaloïden zich op en wordt de concentratie alleen maar hoger. Dagelijks gebruik van aardappels leidt onherroepelijk tot gezondheidsproblemen.
Ondanks dat de aardappel op dit moment voor misschien wel biljoenen mensen een groot bestanddeel is van hun voedingspatroon, is de aardappel dus echt niet gemaakt voor de mens. Dit alles bij elkaar is voor mij voldoende reden om de aardappel niet in huis te halen en ik zou jou ook willen adviseren hem zo min mogelijk te eten. Maar die keuze is natuurlijk helemaal aan jou.
Anti-nutriënten
Anti-nutriënten
Granen en peulvruchten bevatten onder andere anti-nutriënten. Anti-nutriënten zijn stoffen die de opname van nutriënten (dus gezonde voedingsstoffen) belemmeren. Als je dit vanuit het oogpunt van de plant bekijkt is het best begrijpelijk. Het graan is namelijk het kindje van de plant. De graankorrel moet overleven om elders weer uit te groeien tot nieuw graan. Het hele leven draait immers om voortplanting. Dus als moeder van een graankorrel bescherm je je kind tegen alle gevaren van buitenaf. De graankorrel kan worden opgegeten door (knaag)dieren of kan last hebben van insecten of schimmels. Door aan de graankorrels bepaalde gifstoffen (toxinen) mee te geven, probeert de plant te voorkomen dat deze worden opgegeten. Gebeurt dit toch dan wil de plant dat deze toxines schade aanrichten in het lichaam van de belager.
Het doorbreken van de lichaamsbarrières
Eenmaal opgegeten wil het graan dat de toxine de lichaamsbarrière doorbreekt om daar schade aan te kunnen richten. Een voorbeeld van een lichaamsbarrière is de darm. Ook al zit de darm in het lichaam, eigenlijk is het een heel groot oppervlakte dat het lichaam van de buitenwereld gescheiden houdt. Pas als een giftige stof (of een ziekteverwerker) de darmbarrière (of een andere barrière) is gepasseerd, kan het in het lichaam schade aanbrengen.
In granen zit een stofje genaamd gliadine (een onderdeel van het eiwit gluten). Dit zorgt ervoor dat de darmwand doorlaatbaar wordt waardoor de toxines naar binnen kunnen en daar schade aan kunnen richten.
Lectine
Een voorbeeld van een toxische stof die na het passeren van de darmwand schade in je lichaam aanbrengt is lectine. Lectine is voor de plant een natuurlijke pesticide.
Bloedsuikerspiegel
Bloedsuiker
Suikerziekte (ouderdomsdiabetes) is in de hedendaagse maatschappij de meest voorkomende vorm van suikerziekte.
Mensen die ouderdomsdiabetes hebben worden steeds minder gevoelig voor de insuline die ze zelf maken. Dit noemen we insulineresistentie. Insuline is een hormoon dat wordt afgegeven door de alvleesklier. De voornaamste aanleiding tot afgifte van insuline is als de concentratie glucose (bloedsuiker) in het bloed te groot wordt. Er zijn ook nog andere factoren die zorgen dat glucose wordt afgegeven zoals de aanwezigheid van aminozuren en vetzuren. Insuline zorgt er voor dat spier- en vetcellen glucose gaan opnemen zodat het bloedsuikergehalte in het bloed weer op een normale waarde komt. Niet alle voedingsmiddelen worden even snel verteerd (afgebroken) door het lichaam. Geraffineerde koolhydraten worden verreweg het snelst afgebroken en laten hierdoor de bloedsuikerspiegel snel stijgen. Vetten en eiwitten hebben het minst invloed op de bloedsuikerspiegel.
Glycemische index
Er zijn voedingsmiddelen die de bloedsuikerspiegel snel laten stijgen, dat noemen we een een hoge glycemische index. En er zijn voedingsmiddelen die de bloedsuikerspiegel minder snel of nauwelijks laten stijgen, dat noemen we een een lage glycemische index.
Van voedingsmiddelen met een lage glycemische index heeft de suikerspiegel het minste last. Een stabiele bloedsuikerspiegel is belangrijk voor een gelijkmatig energieniveau.
Stress
Stress heeft een grote invloed op je bloedsuikerspiegel. Als er in de oertijd gevaar dreigde moest je rennen voor je leven. Voor deze plotselinge actie heb je extra energie nodig. Die energie moet worden vrijgemaakt uit de reservevoorraden. Adrenaline (het bekendste stresshormoon) zorgt voor het vrijmaken van deze reservevoorraden. Als je inderdaad op de vlucht bent, verbruik je deze extra vrijgemaakte energie en zal je bloedsuikerspiegel weer op een natuurlijke manier dalen.
Neem nu eens de huidige stress die veel mensen op het werk hebben. Je zit praktisch de hele dag achter de computer, je krijgt veel werk en hebt paniek of je het wel allemaal af krijgt. Je lichaam maakt adrenaline aan en de bloedsuikerspiegel stijgt, maar omdat je stil zit wordt deze extra vrijgekomen energie niet gebruikt en moet er weer insuline worden aangemaakt om de bloedsuikerspiegel naar beneden te brengen.
Vicieuze cirkel
Stel, je zit ‘s-avonds op de bank; je doet dus niets en verband dus geen calorieën, maar je krijgt een beetje lekkere trek en begint aan een zak M&M’s en een paar glazen suikerhoudende frisdrank. Je krijgt dus veel calorieën in de vorm van suikers binnen. Door deze extreme hoeveelheid suikers in je bloed moet er ineens veel insuline worden aangemaakt. Nu zijn de suikers weer verdwenen, maar er is nog insuline in het bloed en de bloedsuikerspiegel daalt verder dan voordat je begon aan de M&M’s en frisdrank. Door deze lage suikerspiegel krijg je pas echt trek en je gaat dus weer eten.
Zoetstoffen
Denk nu niet dat het gebruik van zoetstoffen de oplossing is. Want hiermee houd je je lichaam alleen maar voor de gek. Omdat je zoetigheid binnenkrijgt, reageert het lichaam hetzelfde als hierboven beschreven.
Conclusie
Door deze extreme schommelingen in je bloedsuiker wordt het lichaam minder gevoelig voor insuline. Ofwel: er wordt wel insuline aangemaakt, maar het lichaam reageert er niet meer goed op; dit is insulineresistentie. Afhankelijk van de ernst is dit ouderdomsdiabetes (diabetes type 2) of het begin hiervan. Veel mensen zijn al insuline resistent zonder dat ze dit weten.
BMI
De BMI staat voor Body Mass Index en gaat uit van je gewicht in verhouding tot je lengte. De uitkomst van de berekening geeft je een inschatting of je huidige gewicht een gezondheidsrisico oplevert.
100% nauwkeurig is het niet, omdat de berekening geen rekening houdt met spiermassa. Het zou zomaar kunnen zijn dat iemand met een gezond gewicht en veilige BMI toch een gezondheidsrisico heeft. Als je weinig spiermassa hebt en veel onderhuids vetweefsel rond de organen hoeft dit niet altijd in de BMI zichtbaar te zijn, maar het is wel slecht voor je gezondheid. In dat geval is het aan te bevelen om je voedingspatroon aan te passen en meer te gaan sporten.
Edelgist
Edelgist
Edelgist heeft een heerlijke hartige smaak die bijna als kaasachtig te omschrijven valt.
Edelgist is (zoals de naam al zegt) een gist. En gist is een micro-organisme, een schimmel, bestaande uit één cel. Je kent natuurlijk de bekende schimmelkazen zoals brie, camembert, gorgonzola of roquefort. Maar ook bier, wijn en brood worden met behulp van gist gemaakt. Bier- en wijngist gebruiken de glucose uit de drank en zetten dit onder andere om in alcohol waardoor er bier of wijn ontstaat. We maken dus al eeuwen gebruik van gist.
Edelgist is een gedeactiveerd gist. Gedeactiveerd betekent dat het gist niet meer leeft. Je kan het dus niet meer gebruiken om voedingsmiddelen te laten gisten zoals dat je doet bij bijvoorbeeld het maken van brood (gist in brood zorgt voor de luchtigheid doordat het koolzuurgas produceert). Gedeactiveerd gist zoals edelgistvlokken wordt dus voornamelijk als smaakmaker gebruikt.
Omdat edelgistvlokken gedeactiveerd (dood) zijn, kan het product ook gebruikt worden door mensen die niet tegen normaal (actief) gist kunnen.
Verder is edelgist van nature een bron van veel soorten B-vitaminen.
Fermentatie
Fermentatie
Fermentatie is het omzetten van biologische materialen met behulp van bacteriën, celculturen of schimmels. Hetzij in afwezigheid van zuurstof (anaeroob) of in aanwezigheid van zuurstof (aëroob). Een voorbeeld van een gefermenteerd voedingsmiddel is zuurkool. Bijna iedereen heeft wel eens zuurkool gegeten toch? Maar weet je ook wat het precies is?
Voordat ik mij in eten ging interesseren had ik er nog nooit bij stil gestaan wat zuurkool nu echt is, of hoe het gemaakt wordt. Voor mij was het gewoon kool, maar dan zuur. En erg handig dat het in een pakje zat waar een lange houdbaarheidsdatum op stond… Zuurkool is gefermenteerde witte kool.
Eigenlijk laten we onze verse groenten dus eerst rotten voordat we ze opeten. Wie heeft er nog trek?
Gefermenteerde voedingsmiddelen zijn voor mensen altijd al een belangrijke voedselbron geweest. De oermens sloeg zijn voedsel soms weken- of maandenlang op in de grond, waardoor het veel fermentatiebacteriën bevatte. In onze huidige voeding krijgen we deze bacteriën nauwelijks tot niet meer binnen.
Aan witte kool worden melkzuurbacteriën toegevoegd (ook wel lactobacteriën genoemd). De fijngesneden kool wordt in grote vaten luchtdicht weggezet en de bacteriën gaan zetmeel en suikers omzetten in melkzuur. Als het proces klaar is hebben we zuurkool.
Gezondheidsvoordelen van gefermenteerde producten
Ik kan mij voorstellen dat je nu afhaakt en geen zin meer hebt in zuurkool, maar er zijn voordelen aan het fermenteren van producten:
- door het gebruik van gefermenteerd voedsel ondersteun je de darmflora (je krijgt een groot aantal verschillende soorten stammen van probiotische culturen binnen);
- vroeger was er geen koelkast en producten werden zo langer houdbaar (ondanks dat ik wel een koelkast heb, vind ik het ook handig om lang houdbare producten in huis te hebben voor onverwachte momenten);
- zuurkool bevat wel 25 mg vitamine C per 100 gram!;
- ook bevat zuurkool door het fermentatieproces een hoger gehalte van bepaalde B-vitamines en vitamine K;
- door het fermentatieproces is de zuurkool makkelijker verteerbaar.
- het bevat weinig calorieën en vult goed.
Gelatine
Gelatine
Het meest bekend zijn de gelatineblaadjes in een pakje om zelf een lekkere pudding van te maken. Maar heb je weleens zelf kippenbouillon gemaakt? Als je van kippenbotjes of karkasjes bouillon gaat maken en je laat deze afkoelen dan stijft de bouillon op. Dit komt door de gelatine die erin zit en dat maakt zelf getrokken bouillon zo gezond.
Gezondheidsvoordelen
Er is over gelatine veel geschreven in relatie tot de gezondheidsvoordelen die het zou kunnen opleveren.
Je krijgt van mij een korte samenvatting van gelatine (en waar het aan zou kunnen bijdragen):
- Gelatine is een goede bron van aminozuren. Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten en het lichaam heeft deze nodig voor opbouw van bijna alle weefsels in het lichaam. Vooral spieropbouw is erg belangrijk en daar zijn eiwitten voor nodig.
- Gelatine zou de spijsvertering kunnen ondersteunen.
- Gelatine zou bij kunnen dragen aan het verbeteren van de functie van de darmen doordat het helpt het darmslijmvlies te herstellen.
- Bij een lekkende darm worden er te veel stoffen doorgelaten die het immuunsysteem kunnen prikkelen. Doordat gelatine bijdraagt aan een verbeterde darmfunctie komt je immuunsysteem minder in aanraking met deze stoffen en zal het rustiger worden. De kans op allergieën kan hierdoor verminderen.
- Gelatine is een bron van keratine wat weer goed is voor de opbouw van haar en nagels.
- Gelatine is een bron van collageen; een belangrijke bouwstof voor het lichaam. Collageen zorgt ondermeer voor de stevigheid en elasticiteit van de huid.
- Gelatine zou kunnen bijdragen aan een goede nachtrust.
- Gelatine zou de pijn bij artrose kunnen verlichten.
- Gelatine zou de beweeglijkheid kunnen verhogen door bij te dragen aan soepelere gewrichten.
Bronnen:
http://www.gelatine.org/fileadmin/user_upload/downloads/press/publications_downloads/kompass_niederl.pdf
http://www.devoedzamekeuken.nl/gelatine/
http://www.hetpaleoprincipe.nl/artrose.html
http://www.oerkracht.nl/10-redenen-om-echte-kippensoep-te-eten/
Gember
Gember
Ik ben gek op gember, maar ik weet dat het een vrij uitgesproken smaak heeft en dat dus niet iedereen het even lekker vindt. Misschien kan ik je overtuigen als je weet dat het gezond is.
Uit verschillende onderzoeken* blijkt dat gember een zeer positieve uitwerking heeft op de bloedsuikerspiegel. Als je nog even wilt nalezen hoe het precies werkt met de bloedsuikerspiegel, lees dan het paleo ABC hierover.
De onderzoeken waaruit de positieve invloed van gember blijkt zijn uitgevoerd met patiënten die diabetes type 2 hebben.
Diabetes type 2 wordt ook wel ouderdomsdiabetes genoemd omdat het vroeger voornamelijk voorkwam bij mensen die wat ouder waren. Helaas krijgen ook steeds meer jongere mensen diabetes type 2. Bij dit type diabetes wordt er nog wel insuline aangemaakt (al is het soms te weinig) maar reageert het lichaam er niet goed meer op. Dit heet ook wel insulineresistentie.
Veel mensen zijn insulineresistent of beginnend insulineresistent zonder dat ze het weten. Dat komt doordat de klachten vaak wat vaag zijn. Deze insulineresistentie komt onder andere door (een combinatie van) het veelvuldige gebruik van koolhydraten (suikers), het onderhavig zijn aan stress en een tekort aan lichaamsbeweging. Grote kans dus dat jouw bloedsuikerspiegel ook wat verstoord is.
Uit voormelde onderzoeken blijkt dat gember de insulineresistentie verbetert. Het lichaam reageert na gebruik van gember dus weer beter op de aangemaakte insuline.
De mensen in het onderzoek kregen gembercapsules. Wil je meer weten over het gebruik van gembercapsules, neem dan contact met mij op: wendy@paleo-lifestyle.nl
*Diverse publicaties over de positieve invloed van gember op de bloedsuikerspiegel zijn te vinden in de volgende vaktijdschriften:
– Complementary Therapies in Medicine;
– International Journal of Food Sciences and Nutrition.
Insulineresistentie
Zie het kopje “bloedsuikerspiegel”.
Jodium
Wat is jodium en wat is de functie in ons lichaam?
Jodium is een mineraal wat ons lichaam in kleine hoeveelheden nodig heeft (ook wel spoorelement genoemd).
Ons lichaam heeft jodium onder andere nodig voor de vorming van schildklierhormonen (welke hormonen belangrijk zijn voor de groei en de stofwisseling) en het goed functioneren van het zenuwstelstel.
Een jodiumtekort
Het gevolg van een tekort aan jodium is dat de schildklier trager gaat werken. Ook kan de schildklier bij een tekort gaan opzwellen, dit heet een krop of struma.
Een tekort aan jodium bij kinderen kan leiden tot groeiachterstand, een verminderd leervermogen en in extreme gevallen zelfs dwerggroei.
Volwassenen kunnen last krijgen van vertraagde reacties en een verminderd denkvermogen, ook kan het zijn dat er meer vocht wordt vastgehouden.
In de schildklier is een voorraad jodium aanwezig waardoor je een eventueel tekort aan inname pas na enkele jaren merkt.
Waar komt jodium in voor?
Jodium zou van nature kunnen voorkomen in zeewater, drinkwater en de aarde (de grond).
Een vis die in zee zwemt kan jodium bevatten doordat hij in zeewater zwemt, maar helaas komt veel van de vis uit de supermarkt uit kweekvijvers.
Groenten die op het land groeien kunnen aan de aarde jodium onttrekken, maar door de intensieve landbouw is het de vraag hoeveel jodium groenten tegenwoordig bevatten.
Brood, crackers, ontbijtgranen en andere ontbijtproducten worden bijna altijd gemaakt met zout waar (extra) jodium aan is toegevoegd. Als je eet volgens het Paleoprincipe, eet je voormelde producten niet. Je krijgt dus –zoals de gemiddelde Nederlander- geen extra jodium via zout binnen.
Het binnenkrijgen van voldoende jodium
Veel mensen die volgens het Paleoprincipe eten gebruiken natuurlijk zeezout. In zeezout zit weinig jodium. Ik zou je niet aanraden om gewoon keukenzout te gebruiken wat verrijkt is met jodium omdat dat weer veel natrium bevat.
Wil je zeker weten dat je geen tekort krijgt, gebruik dan een goede multivitamine. Voor meer informatie over een goede multivitamine kan je contact met mij opnemen.
Jodiumtest
Wil je zeker weten of je geen jodiumtekort hebt, probeer dan deze thuis test.
Koop een flesje pure jodium bij de drogist (het echte rode spul; let op je kleding in verband met vlekken).
Smeer met een wattenstaafje of schijfje een stukje van je huid in met jodium (bijvoorbeeld op je arm) en laat dit even drogen. Als de rode plek op je arm 3 tot 4 dagen blijft zitten heb je waarschijnlijk geen tekort aan jodium.
Als de plek binnen een dag verdwijnt wordt de jodium snel opgenomen wat kan duiden op een tekort. In dat geval adviseer ik je contact met mij op te nemen.
Lactose
Steeds meer mensen eten lactosevrij en dat is eigenlijk heel logisch. Als jij lactose-intolerant bent, ben je niet de uitzondering, maar de regel. Lees maar mee: lactose is melksuiker, het komt voor in zuivelproducten (dus ook in moedermelk) en wordt afgebroken door lactase. In de tijd dat wij nog leefden als jager en verzamelaars werden er geen melkproducten van andere zoogdieren gebruikt en kregen we dus alleen in de borstvoedingsperiode lactose binnen. Tijdens deze periode maakt je lichaam lactase aan, een enzym dat nodig is om lactose af te breken. Op een dag ben je klaar met borstvoeding, ga je volwassen mensenvoedsel eten en zou je daarna normaal gesproken nooit meer moedermelk binnen krijgen (en al helemaal niet van andere zoogdieren). Na het eindigen van de borstvoedingsperiode hoort het lichaam op te houden met de productie van lactase, want in de oertijd hoefde je toch geen lactose meer af te breken.
De problemen komen als je na je borstvoedingsperiode toch nog zuivelproducten gebruikt en lactose binnenkrijgt. Als je lichaam geen of niet voldoende lactase maakt, komt de lactose onverwerkt in de dikke darm terecht. De daar aanwezige bacteriën gaan er mee aan de slag en de lactose gaat gisten, wat darmproblemen kan opleveren. Mensen gebruiken zuivel na de borstvoedingsperiode (op evolutionaire schaal gezien) pas vrij kort, namelijk zo’n 3.000 jaar. Dit afgemeten tegen de totale evolutie die nodig was om tot de huidige mens te komen, ongeveer 6 miljoen jaar, is het dus logisch dat onze genen zich (nog) niet volledig op het gebruik van zuivel hebben aangepast.
Light producten
Light producten
Dikker door het gebruik van light producten.
Overgewicht (naast gezondheidsproblemen) is toch vaak de belangrijkste reden voor mensen om over te stappen op de Paleo-Lifestyle. Mensen met overgewicht hebben vaak al meerdere diëten achter de rug, welke diëten over het algemeen voornamelijk gebaseerd zijn op het terugdringen van de inname van calorieën. Ik merk dat veel mensen die net beginnen met de Paleo-Lifestyle nog steeds proberen calorieën te tellen en daardoor toch nog graag light-producten gebruiken. Denk aan aanmaaklimonades of zoetstoffen zonder calorieën. Niet meer doen graag!
Een onderzoek bij muizen suggereert het bestaan van een caloriewaarnemend systeem. De trek- en verzadigingsmechanismen die hiermee waarschijnlijk in verband staan, kunnen door producten die kunstmatige zoetstoffen bevatten maar geen calorieën leveren, worden verstoord.
Het gevolg hiervan zou kunnen zijn dat we per maaltijd juist meer gaan eten of vaker op een dag willen gaan eten. De aandrang naar calorierijk voedsel zou door het gebruik van kunstmatige zoetstoffen buitenproportioneel kunnen toenemen.
Gevolg is dat je door het gebruik van light producten juist dikker kan worden in plaats van dunner…
Hier kan je de hele conclusie van het onderzoek teruglezen.
Low Grade Inflammation (laaggradige ontsteking)
Low Grade Inflammation (laaggradige ontsteking)
De oermens kreeg de vetzuren omega-3 en omega-6 waarschijnlijk binnen in een verhouding van 1:1. Dit is een verhouding die in ons huidige voedingspatroon bij lange na niet wordt gehaald. Waarschijnlijk is dit tegenwoordig eerder een verhouding van 1:40!
Waarschijnlijk denk je nu: waarom zou dat een probleem zijn? Omega-3 werkt ontstekingsremmend en omega-6 ontstekingsbevorderend. Door een overvloed aan omega-6 in onze voeding blijven er diverse ontstekingsprocessen in ons lichaam “doorlopen”. Op deze manier kunnen er laaggradige ontstekingsziekten ontstaan. In het Engels wordt dit ook wel Low Grade Inflammation Disease genoemd; afgekort LGID (wellicht heb je er wel eens van gehoord).
Auto-immuun aandoeningen, mentale stoornissen zoals depressie, psoriasis, allergieën, uitputtingsziekten zoals fibromyalgie en chronische pijn worden allemaal in verband gebracht met een laaggradige ontsteking in het lichaam.
Oorzaak
De oorzaak van LGID is een verkeerde voeding. Zoals hiervoor uitgelegd speelt een verkeerde vetzuurverdeling (de verhouding tussen omega-3 en omega-6) een hele grote rol, maar er zijn nog meer oorzaken:
- voeding die te zuurmakend is (de PH waarde in het lichaam wordt te zuur), denk aan het gebruik van te veel zuivel (voornamelijk harde kazen zijn erg verzurend);
- een tekort aan voedingsvezels;
- voedingsmiddelen waarvan de bloedsuikerspiegel snel stijgt (suiker, suikerhoudende producten, graanproducten);
- voedingsmiddelen met toxische lectinen (lectinen zijn te vinden in onder andere graanproducten en peulvruchten zoals pinda’s en bonen);
- voedingsmiddelen met toxische saponinen (saponinen zijn te vinden in onder andere soja, pinda’s, peulvruchten en alfalfa);
- het gebruik van voedingsmiddelen met veel fructose.
Conclusie
Vis eten is dus verschrikkelijk belangrijk, maar er is meer nodig. Probeer voedingsmiddelen met veel omega-6 te vermijden. Schrap alle producten met zonnebloemolie (want dit bevat extreem veel omega-6), verminder (of nog beter: vermijd) het gebruik van graan- en zuivelproducten.
Om de ratio omega-3 en omega-6 te optimaliseren neem ik zelf ook altijd nog een kwalitatief goed omega-3 supplement. Wil je hier meer informatie over neem dan contact met mij op: wendy@paleo-lifestyle.nl.
Mitochondrien
Je mitochondriën zijn de energiefabriekjes van je lichaam. Voor alles dat je doet en voor alle processen in je lichaam, ben je afhankelijk van de energie die ze produceren. Ze zijn dus van levensbelang en eigenlijk zou je iedere dag goed voor ze moeten zorgen. Waarschijnlijk waren mitochondriën ooit (lang, lang, heel lang geleden) zelfstandig werkende ééncellige organismen die begonnen als een bacterie en een samenwerkingsverband aan gingen met andere cellen. Een samenwerkingsverband waarbij in ieder geval één organisme voordeel ondervindt, heet symbiose. Hierna zijn ze nog een stap verder gegaan en zijn ze in andere organismen gaan leven, hetgeen endosymbiose heet. Na een bepaalde tijd zijn de organismen afhankelijk van elkaar geworden om te overleven en vindt je mitochondriën in iedere cel van ieder levend wezen terug. Mitochondriën zijn oorspronkelijk dus niet menselijk! Omdat mitochondriën ooit zelfstandig begonnen, zijn ze semi-autonoom. Dit houdt in dat ze voor zichzelf zorgen, hun eigen enzymen en proteïnen aanmaken en hun eigen DNA hebben.
Mitochondriën verzorgen de energie waar het hele lichaam op draait. Dit doen ze door de energie uit je voeding te combineren met zuurstof en op deze manier een stof te vormen die ATP wordt genoemd. ATP kan weer door de cellen worden gebruikt als energie. Dit gebeurt in de citroenzuurcyclus. Als je mitochondriën hun werk goed doen, produceren ze veel energie en kun je optimaal presteren. Maar als je ouder wordt en daardoor je mitochondriën beschadigd raken en minder goed werken, gaan ze bij dit proces ook een overschot aan vrije radicalen maken. Vrije radicalen zorgen voor beschadiging van cellen en dus veroudering. Nog meer veroudering betekent nog meer vrije radicalen. Vrije radicalen kunnen worden bestreden met anti-oxidanten. Overigens produceren ook jonge en gezonde mitochondriën een kleine hoeveelheid vrije radicalen als bijproduct van de aanmaak van ATP. Daarom maken mitochondriën bij het produceren van energie tevens anti-oxidanten om het schadelijke effect van deze vrije radicalen te beperken. Om veroudering tegen te gaan, moeten je mitochondriën net zoveel anti-oxidanten aanmaken als dat ze vrije radicalen produceren.
Nachtschades
Paleo en nachtschades
Nachtschades (Solanaceae) zijn groenten (planten) die afkomstig zijn uit de nachtschadefamilie.
Bekende nachtschades zijn aardappels, aubergine, tomaat, paprika en peper.
De nachtschade zou strikt genomen niet behoren tot een voedingspatroon gebaseerd op het Paleo principe. Een van de redenen is omdat de nachtschade oorspronkelijk niet in Afrika voorkwam maar afkomstig is uit Latijns-Amerika. Omdat de mens in Afrika is geëvolueerd, zijn we dus van oorsprong niet gewend nachtschades te eten.
Alkaloïden
De andere reden is omdat genoemde nachtschades een bepaalde stof bevatten, welke stof schadelijk voor ons zou kunnen zijn. Deze stof (alkaloïden) draagt de plant bij zich om zich er tegen te beschermen opgegeten te worden. Enkele voorbeelden van alkaloïden zijn: atropine, cafeïne, morfine, codeïne, cocaïne, enzovoorts. Niet alle alkaloïden zijn even nadelig (in de kruidengeneeskunde worden sommige alkaloïden als geneesmiddel gebruikt).
Let wel op dat je van de nachtschades de rijpe variant eet. Naarmate de vrucht rijpt worden de alkaloïden minder. Overigens worden de alkaloïden ook door bereidingsvormen beïnvloed (bijvoorbeeld door te koken). En zolang je planten uit de nachtschadefamilie met mate eet, loop je bijna geen kans last te krijgen van de stoffen die in de nachtschades voorkomen.
Nachtschades worden toch vaak gebruikt bij een Paleo-Lifestyle
Laat je niet bang maken door de aanwezigheid van deze stoffen. Groenten van de nachtschadefamilie bevatten ook vezels, vitaminen en mineralen en worden daarom toch vaak toegelaten tot een Paleo voedingspatroon. Zolang je geen gezondheidsklachten hebt is er dus geen probleem om nachtschades te eten.
Twijfel je toch of jij last hebt van de planten uit de nachtschadefamilie, probeer deze dan enkele weken (minimaal drie) te vermijden en kijk of je verandering ziet.
Neu5Gc (suikermolecuul)
Zuivel en vlees van zoogdieren bevat Neu5Gc. Vlees van zoogdieren wordt ook wel rood vlees genoemd. Denk aan een koe, varken, geit, hert of schaap. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, werd er door onze voorouders niet veel rood vlees gegeten en kregen we vroeger weinig Neu5Gc binnen. Het zal je vast niet zijn ontgaan dat in de media veel is geschreven over rood vlees en de nadelen hiervan. Het wordt kankerverwekkend genoemd en dat komt door het suikermolecuul Neu5Gc, dat in ons lichaam niet voorkomt. In mensen komt namelijk het (vergelijkbare) suikermolecuul Neu5Ac voor.
Neu5Gc lijkt best veel op het menselijke Neu5Ac, zodat ons lichaam het gaat inbouwen in onze cellen. Op celniveau gaan we dus eigenlijk op een koe, varken of schaap lijken.
Samen met Neu5Gc krijg je ook het hele spectrum aan bacteriën binnen die zoogdieren met zich meedragen. Wij hebben ook onze eigen samenwerkingsverbanden met bacteriën. Denk bijvoorbeeld aan onze darmbacteriën en de bacteriën op je huid. We kunnen niet zonder deze bacteriën en werken met ze samen. Zo werkt het ook bij zoogdieren, maar de bacteriën die zij meedragen zijn absoluut geen vrienden met de mens en kunnen ons juist ziek kan maken.
Neu5Gc is het Trojaanse paard dat de voor ons schadelijke bacteriën ongemerkt ons lichaam binnen smokkelt. Hoe meer schadelijke bacteriën je binnen krijgt, hoe actiever je immuunsysteem wordt. Een chronische activatie van je immuunsysteem kan leiden tot laaggradige ontstekingen met uiteenlopende welvaartsziekten tot gevolg.
Hormonen
Zuivel van koeien bevat van nature al veel groeihormonen. Logisch, want het is bedoeld om een klein kalfje in korte tijd tot een hele grote koe te laten uitgroeien. Aangezien wij mensen zijn, denk ik dat jij niet wilt veranderen in een dikke koe ;-). Bovendien krijgen onze koeien ook nog eens extra hormonen toegediend, zodat ze tenminste het hele jaar door melk kunnen geven.
Deze hormonen veroorzaken bij ons uiteenlopende gezondheidsproblemen.
Orthomoleculair
Orthomoleculair
Orthomoleculair, een mooi woord, maar wat betekent het nu eigenlijk?
De term ‘orthomoleculair’ werd voor het eerst gebruikt in 1968, door professor Linus Pauling (2-voudig nobelprijswinnaar). Orthos komt uit het Grieks en betekent: juist, recht of gezond, en moleculair staat voor de moleculen.
Een vrije vertaling komt er op neer dat voor het behouden (of verkrijgen) van een optimale gezondheid het van belang is dat alle macro- en micronutriënten in de juiste verhoudingen in het lichaam aanwezig zijn.
PAK's
PAK’s
Je weet vast wel dat als je eten laat aanbranden je die zwarte randjes niet moet opeten omdat deze kankerverwekkend kunnen zijn. Dat komt door de PAK’s die ontstaan. PAK’s zijn Polycyclische aromatische koolwaterstoffen en ontstaan wanneer organisch materiaal onvolledig wordt verbrand of tot hoge temperaturen wordt verhit. Vlees van de barbecue is de grootste boosdoener, maar ook door grillen of roken ontstaan ze.
Zelfs in olijfolie en groenten komen PAK’s voor. Gelukkig zijn er normen opgesteld. Voor olijfolie afkomstig uit Spanje en Italië geldt een norm van 40 nanogram per 2 eetlepels. Een stukje vlees van 100 gram afkomstig van de barbecue (dat niet is aangebrand!) levert al snel 400 nanogram.
Het mooie weer komt er weer aan en iedereen krijgt weer barbecuekriebels. Als ik je niet te bang heb gemaakt voor PAK’s en je wilt nog barbecuen zorg dan voor het volgende:
– houd voldoende afstand tussen kooltjes en eten;
– laat het eten niet aanbranden (blijf dus in de buurt);
– zorg voor een opvangbakje voor vet (vet dat op kooltjes terecht komt, zorgt voor nog meer PAK’s).
Het lichaam kan best een kleine hoeveelheid PAK’s verwerken. Het verwerken van PAK’s gebeurt in de lever, maar de lever is met het gemiddelde Nederlandse voedingspatroon al flink overbelast.
Houd dus rekening met het bereiden van voedsel en kies wat vaker voor stomen in plaats van bakken of grillen van vis, vlees of gevogelte.
Suikerziekte
Zie het kopje “bloedsuikerspiegel”.
Slaapproblemen
Slaapproblemen
In het tijdperk dat de mens nog een jager en verzamelaar was, waren er nog geen slaapproblemen. Dit is echt een probleem dat het gevolg is van ons huidige bestaan waarbij het ‘s-nachts nooit echt donker is, we altijd maar op een scherm kijken (telefoon, computer, of tv), te veel koffie drinken, veel stress hebben en ga zo maar door.
Bioritme
Als je van je slaapproblemen af wilt komen, zal je als eerste moeten accepteren dat de mens is gewend aan een bepaald bioritme. Dit bioritme zit in de genen van iedereen en daar valt niet tegen in te gaan.
Vroeger begon je de dag als de zon op kwam en ging je rusten zodra de zon onder ging om uiteindelijk te gaan slapen. Dit bioritme heeft een duidelijk verschil tussen actief zijn (overdag) en rusten (in de avond en nacht). Als je dit bioritme verstoort, kunnen er problemen ontstaan.
Slapen en wakker worden
Slapen en wakker worden hoort evolutionair gezien als volgt te gaan.
Inslapen
Op het moment dat de zon onder gaat wordt het donker. Door de afwezigheid van licht gaan we het slaaphormoon melatonine aanmaken en uiteindelijk vallen we in slaap.
Wakker worden
Op het moment dat de zon opkomt wordt het licht en worden we weer wakker. Dit mechanisme werkt doordat de aanwezigheid van licht er voor zorgt dat het lichaam het hormoon cortisol aanmaakt. Cortisol zorgt er weer voor dat het melatonine niveau omlaag gaat waardoor we daadwerkelijk wakker worden. Slim systeem toch van het lichaam? Helaas zijn wij er zelf schuldig aan van het boycotten van dit systeem.
Stress
Zoals je hiervoor hebt gelezen zijn cortisol en melatonine elkaars tegenpolen (antagonisten). Dat betekent dat als er cortisol aanwezig is, je lichaam geen melatonine aanmaakt. Cortisol is tevens het stresshormoon. Als je veel stress hebt, zal je dus hoogstwaarschijnlijk last hebben van slaapproblemen. Het is makkelijker gezegd dan gedaan, maar voorkom stress.
Computer/telefoon/tv (en alle andere schermen met blauw licht)
Het scherm van een computer, telefoon en tv geeft blauw licht af. Als je in de avond of nacht naar een dergelijk scherm kijkt, schop je je bioritme in de war. Je lichaam denkt door het blauwe licht namelijk dat het nog steeds midden op de dag is en je wakker moet blijven. Op het moment dat jij wilt gaan slapen lukt dat niet omdat je lichaam onvoldoende slaaphormoon heeft aangemaakt (want melatonine wordt pas aangemaakt als het donkerder wordt).
Veel telefoons kan je automatisch op een nachtstand laten springen waardoor na zonsondergang het licht minder fel wordt. Ook voor computers zijn hier programma’s voor te downloaden. Zoek hiernaar maar eens op google. Er zijn ook speciale brillen te koop die het blauwe licht filteren.
Sporten
In de avond sporten kan ook slaapproblemen opleveren. En ik begrijp dat veel mensen door drukke banen of andere verplichtingen niet anders kunnen, maar het gaat tegen ons bioritme in. En dat bioritme is dat we overdag actief horen te zijn en in de avond rustig aan doen. Als je laat op de avond gaat sporten, verstoor je je bioritme en begint je lichaam niet op tijd met het aanmaken van het slaaphormoon melatonine. Bovendien kunnen duurtrainingen en cardio de hoeveelheid cortisol verhogen (weet je nog: de tegenhanger van het slaaphormoon melatonine).
Koffie
In de periode voor het slapen gaan, gaat je lichaam melatonine aanmaken. Cafeïne heeft een nadelige invloed op de aanmaak van melatonine. En als je te weinig melatonine hebt aangemaakt voordat je naar bed gaat, kan je slecht inslapen, lang wakker blijven, midden in de nacht wakker worden, of licht slapen. Zelfs als jij denkt wel goed te kunnen slapen na een bakje koffie, heeft de cafeïne invloed op de kwaliteit van je slaap. Probeer daarom vanaf een uur of 1 a 2 in de middag geen koffie meer te drinken of drink cafeïnevrije koffie.
Conclusie
Eigenlijk komt het erop neer dat een slaapprobleem altijd te maken heeft met het slaaphormoon melatonine.
De bovenstaande oorzaken zijn voornamelijk gedragingen die slaapproblemen tot gevolg hebben, namelijk te laat tv kijken, te laat sporten, of te laat koffie drinken.
En wat nu als jij wel het bovenstaande rekening houdt en nog steeds niet kan slapen? Misschien is er een andere oorzaak. Melatonine moet je lichaam namelijk zelf maken en dat kan alleen als de juiste bouwstoffen aanwezig zijn.
Uit je voeding moet je lichaam tryptofaan halen, dit wordt omgezet in serotonine en dat wordt vervolgens melatonine.
Tryptofaan is een aminozuur en krijg je binnen door voldoende eiwitten te eten. Een goede bron is bijvoorbeeld kip, maar het zit ook een beetje in banaan, amandelen, chocolade en tonijn.
Overigens is de omzetting van tryptofaan naar uiteindelijk melatonine ook afhankelijk van een aantal co-factoren (onder andere vitamine B, zink en magnesium).
Hulp nodig?
Heb je de bovenstaande problemen aangepakt en heb je nog steeds last met slapen? Ik kan je helpen met andere oplossingen die ik hierboven niet heb genoemd. Neem contact met mij op: wendy@paleo-lifestyle.nl.
Teflon
Teflon
Teflon is een speciale anti-aanbaklaag voor pannen. Een belangrijk bestanddeel van Teflon is PTFE (een kunststof uit de familie van de PFC’s), een mogelijk kankerverwekkende stof.
Het is bekend dat vogels (die als huisdieren worden gehouden) kunnen sterven van de dampen die vrij komen door het gebruik van een pan met Teflon anti-aanbaklaag. Wat het effect op de mens is, is nog niet onderzocht, maar als een vogel er dood aan kan gaan wacht ik de uitkomst van dat onderzoek niet af..
Naast de dampen die vrij kunnen komen kan de teflon laag ook beschadigen en loslaten. Een pan met Teflon anti-aanbaklaag mag niet in aanraking komen met scherpe voorwerpen (zoals een mes of metalen spatels) in verband met kans op beschadiging van de Teflon laag (en wees ook voorzichtig met het stapelen van de pannen).
De Teflon laag kan ook niet tegen langdurige of extreme verhitting (zet een pan met teflon laag dus nooit zonder inhoud op het vuur). Het komt er op neer dat je bij het gebruik van de Teflon pan dus altijd voorzichtig moet zijn; want met één beschadiging in de anti aanbaklaag moet je hem eigenlijk al weg doen. Ik gebruik daarom pannen van (giet)ijzer.
Tilapia
Omega-3 vetzuren en hun ontstekingsremmende werking
Vis eten is belangrijk, maar zorg dat je de juiste vis eet. En gebruik anders liever een goed omega-3 supplement.
Om te beginnen even een klein geheugenopfrissertje. Waarom is vis eten ook al weer zo belangrijk en welke vis moeten we eten? We moeten vis eten vanwege de omega-3 vetzuren en hun ontstekingsremmende werking. Deze vetzuren vind je in de vette vissoorten zoals zalm, haring, makreel, forel en paling.
Omega-3 vetzuren werken ontstekingsremmend. Het is belangrijk dat wij omega-3 en omega-6 vetzuren (welke laatste vetzuren ontstekingsbevorderend werken) in een juiste verhouding binnenkrijgen. Voor een uitgebreidere uitleg verwijs ik je graag naar mijn ABC over vetten.
Tilapia
Nu wil ik het met je hebben over Tilapia. Helaas is Tilapia aan een opmars bezig. Het is een goed en goedkoop te kweken vis en daarom erg populair.
Uit onderzoek* blijkt echter dat er in Tilapia weinig omega-3 vetzuren meer terug te vinden zijn maar wel hoge omega-6 waarden. De samenstelling van de vetzuren in Tilapia (een hoge omega-6/omega-3 balans en een hoge verzadigde/onverzadigde vetzurenbalans) is zeer ongunstig en werkt zelfs ontstekingsbevorderend!
Tilapia moet je dus alleen eten als je het lekker vindt en niet omdat je denkt: ik moet vis eten want dat is gezond. De onderzoekers geven zelfs aan dat het ontstekingsbevorderende effect van Tilapia groter is dan dat van een hamburger of bacon.
En let op: Tilapia wordt meer en meer gebruikt in samengestelde visproducten zoals krabsticks, surimi(flakes), visburgers, vissticks, enzovoorts.
Nog even voor de zekerheid (maar dat wist je natuurlijk al); alle gefrituurde vis zoals lekkerbekjes, kibbeling, visvingers en dergelijke valt ook niet onder de categorie “gezonde vis”. Door frituren ontstaan er ook nog eens transvetten. Transvetten zijn lichaamsvreemd en verstoren veel processen in het lichaam. Ze verhogen onder meer het LDL-cholesterol en de bloedsuikerspiegel (lees de ABC over de bloedsuikerspiegel). Het testosterongehalte, de spermakwaliteit, de ontgiftingscapaciteit van het lichaam en je weerstand worden door transvetten juist verlaagd.
Conclusie
Nog even als conclusie: we moeten de juiste vissoorten eten vanwege het ontstekingsremmende effect. Dit zijn de hiervoor genoemde vette vissoorten. Denk je dat je niet voldoende omega-3 binnenkrijgt? Neem dan contact met mij op.
*onderzoek waarop de uitspraken over Tilapia gebaseerd zijn:
Weaver KL, Ivester P, Chilton JA, et al. The content of favorable and unfavorable polyunsaturated fatty acids found in commonly eaten fish. J Am Diet Assoc. 2008 Jul;108(7):1178-85.
Vetten
Vetten zijn essentieel
Omdat gezonde voeding steeds meer een hype wordt, zijn er steeds meer light producten te koop. Light producten bevatten minder vet (of suiker). Voorbeelden van light producten die minder vet bevatten zijn: pindakaas light, chips light, roomkaas light, slagroom light, roomijs light, mayonaise light en ga zo maar door.
Het is alsof de fabrikanten maar ergens het woord light op hoeven te drukken en iedereen denkt ineens dat het gezond is. Lieve mensen, trap hier alsjeblieft niet in!
Door deze light-hype worden we helaas bang gemaakt voor vet en dat is jammer, want de juiste vetten zijn heel belangrijk voor onze gezondheid.
De functies van vet in ons lichaam
Ons lichaam gebruikt vet als energiebron. We hebben energie nodig om te kunnen functioneren en te leven.
Vet wordt opgeslagen als reservebrandstof. Vroeger hadden we meer aan reserves omdat er ook tijden van schaarste waren. Tegenwoordig is eten in overvloed aanwezig en hebben we (in de westerse wereld) nooit een tekort aan energie (juist een overschot). Een ideale vetreserve voor mannen is als het lichaam voor ongeveer 15% van het totale gewicht uit vet bestaan en voor vrouwen is dit percentage 25%.
Vetten leveren belangrijke bouwstenen voor lichaamscellen. Het lichaam breekt cellen voortdurend af en maakt cellen opnieuw aan.
Opgeslagen vet dient tevens als bescherming voor organen. Overigens is een teveel aan vet weer schadelijk voor de organen.
Onderhuids vetweefsel dient als isolatie tegen kou en houdt dus ons lichaam op de juiste temperatuur.
Er zijn bepaalde vitaminen die alleen in vet oplossen. Namelijk vitamine A, D, E en K. Ons lichaam heeft de juiste vetten nodig om deze vitaminen aan te voeren en binnen het lichaam te vervoeren.
Vetten zijn nodig voor de productie van hormonen. En hormonen hebben weer belangrijke functies in het lichaam.
Vet heeft een grote verzadigende werking. Het geeft dus een voldaan gevoel waardoor het langer duurt voordat je weer trek krijgt.
Enzovoorts, enzovoorts…
Soorten vet
Verzadigd vet en onverzadigd vet
Vet bestaat uit vetzuren. Vetzuren bestaan uit bepaalde bouwstenen (een keten van koolstofatomen). Deze bouwstenen worden bij elkaar gehouden door bindingen. Er zijn drie ketenlengtes:
1: kort: 2 tot 4 koolstofatomen
2: middellang: 6 tot 12 koolstofatomen
3: lang: meer dan 12 koolstofatomen
Onverzadigde vetten hebben één of meer dubbele bindingen tussen de koolstofatomen.
Bij één dubbele binding spreken we van enkelvoudig onverzadigd vet en indien er meer dubbele bindingen aanwezig zijn spreken we van meervoudig onverzadigd vet.
Verzadigde vetten hebben geen dubbele bindingen.
Verzadigd vet heeft een hoger smeltpunt dan onverzadigd vet. Roomboter en margarine (verzadigd vet) zijn bij kamertemperatuur vast terwijl olie (onverzadigd vet) bij kamertemperatuur vloeibaar is.
Soorten vetzuren
Er zijn veel verschillende vetzuren. Alle vetzuren hebben een andere opbouw (een verschillend aantal koolstofatomen, een verschillend aantal bindingen en een verschillende plaats van de bindingen).
Een paar bekende vetzuren zijn; linolzuur (een omega 6-vetzuur), alfa-linoleenzuur (een omega-3 vetzuur), azijnzuur, boterzuur, stearinezuur, arachidezuur.
Omega-3 en omega-6
U heeft vast weleens gehoord van omega-3 en omega-6 vetzuren.
Het meest bekende omega-3 vetzuur is alfa-linoleenzuur (dit komt voornamelijk voor in vette vis).
Het meest bekende omega-6 vetzuur is linolzuur (dit komt voornamelijk voor in plantaardig vet).
Omega-3 en omega-6 zijn beide meervoudig onverzadigde vetzuren. Deze vetzuren hebben dus meerdere dubbele bindingen. Het verschil tussen deze vetzuren wordt bepaald door de positie van de dubbele bindingen in de keten.
Omega-3 en omega-6 vetzuren zijn dus beide meervoudig onverzadigde vetten maar hebben andere functies in het lichaam.
Omega-3 vetzuren geven onder andere bescherming tegen hart- en vaatziekten en hebben een ontstekingsremmende werking in het lichaam.
Er zijn diverse omega-6 vetzuren die verschillende rollen spelen, bijvoorbeeld bij de aanleg van hersenweefsel, opbouw/herstel van de huid en de opbouw van de celwand. Omega-6 zorgt er ook voor dat er bij (bijvoorbeeld) beschadigingen in het lichaam een ontstekingsreactie kan plaatsvinden. Deze ontstekingsreactie zorgt voor een reparatie.
Alle processen in het lichaam beginnen met een ontstekingsreactie en deze reactie moet ook weer worden stopgezet. Kortgezegd: Omega-6 start het ontstekingsproces en omega-3 zorgt dat het ontstekingsproces weer stopt. De meeste vetzuren kunnen door het lichaam zelf worden aangemaakt.
Linolzuur en alfa-linoleenzuur kunnen niet door het lichaam worden aangemaakt en worden daarom essentiële vetzuren genoemd. Deze vetzuren moeten we dus via de voeding binnenkrijgen.
De verhoudingen tussen omega-3 en omega-6
De verhouding tussen omega-3 en omega-6 in onze huidige voeding is anders dan in de voeding van de oermens.
We gebruiken veel geraffineerde (bewerkte) plantaardige olie en krijgen dus veel omega-6 binnen. Omega-6 heeft bij een hoge inname een ontstekende werking.
Daarentegen eten we (ondanks de nodige campagnes) nog steeds niet genoeg vette vis (zalm, haring, tonijn, makreel, paling, enz en dus geen lekkerbekjes en kibbeling) en krijgen over het algemeen dus niet genoeg omega-3 binnen.
Verhouding omega-6 en omega-3
De oermens kreeg een verhouding omega-3 en omega-6 binnen van ongeveer 1 op 3. Tegenwoordig zitten we waarschijnlijk eerder op een verhouding van ongeveer 1 op 20.
Eerder heb ik uitgelegd dat omega-6 en omega-3 samen een herstelproces in het lichaam kunnen starten en stoppen door ontstekende en ontstekingsremmende werking.
Het lijkt dus logisch dat als de verhoudingen omega-6 en omega-3 die we binnen krijgen ver uiteen liggen, het proces van ontsteken en ontstekingsremming wordt verstoord.
De verhoogde ontstekingsactiviteit zou heel goed een oorzaak kunnen zijn van veel westerse (chronische) aandoeningen.
Olie
Kijk uit voor geraffineerde olie: vermijd deze altijd (niet Paleo)!
Geraffineerde olie is olie die eigenlijk niet meer geschikt is om onbewerkt voor consumptie te dienen. Om deze olie toch te kunnen gebruiken ondergaat deze een (mechanisch) industrieel proces. Bij dit proces verandert de samenstelling van de olie. Lees daarom altijd de verpakking van de olie die je koopt. Heel vaak wordt goede olie gemengd met geraffineerde olie.
Welke olie te gebruiken?
De olieën die je bij een Paleo Lifestyle wel mag gebruiken zijn:
olijfolie, kokosolie, sesamolie, druivenpitolie, avocado olie, walnootolie, hazelnootolie, pistache olie, lijnzaadolie, pompoenpitolie.
Maak olie tijdens het koken nooit te heet en verwarm het niet te lang. Ga je iets bakken met een langere kooktijd, gebruik dan kokosolie. Bij een te hoge temperatuur en een te lange baktijd kunnen er namelijk transvetten ontstaan.
Welke olie niet te gebruiken?
De olieën die je echt moet vermijden zijn: alle geraffineerde olieën, zonnebloemolie, arachideolie (van pinda’s gemaakt), raapzaadolie, rijstolie en maïsolie.
Vitamine-D
Vitamine D
We weten allemaal dat in vette vis het hoogste gehalte omega-3 vetzuren voorkomt. Maar in vette vis zit ook vitamine D. Ons lichaam kan vitamine D zelf maken onder invloed van zonlicht. Dat klinkt goed, maar helaas schijnt in Nederland de zon niet genoeg om het lichaam voldoende vitamine D zelf aan te laten maken. Je lichaam heeft vitamine D onder andere nodig voor sterke botten en tanden en het is onmisbaar voor een goed werkend immuunsysteem.
Maar welke informatie over vitamine D ik echt graag met jullie wil delen komt uit een onderzoek dat is gedaan naar vitamine D in relatie tot overgewicht en obesitas. Want we willen natuurlijk allemaal de geheimen van een slank lichaam weten toch?
De uitkomst van dit onderzoek is namelijk dat jonge vrouwen (tussen de 20 en 35 jaar) beter afvallen als zij voldoende vitamine D in hun lichaam hebben tijdens de start van het dieet en tijdens het volgen van het dieet.
Vitamine D is belangrijk voor gewichtscontrole omdat het een rol speelt bij insulineresistentie (lees voor meer informatie over insulineresistentie de bloedsuikerspiegel ABC maar eens door).
En, last but not least: vitamine D remt ook de vorming van vetweefsel!
Wil je meer weten over suppletie van Vitamine D, neem dan contact met mij op. Zorg dat je het juiste product kiest anders is het zonde van je geld.
Lees hier het hele artikel over vitamine D in relatie tot afvallen.

Wendy Mijnheer
Orthomoleculair Therapeut